De Nederlandse binnenhavens zijn knooppunten in de regionale economie. In de afgelopen jaren ging het economisch voor de wind; er was sprake van flinke groeicijfers van de gehele economie en ook de vervoerde volumes lieten een stijgend beeld te zien.
Tot in 2020 de COVID-19 crisis een kortdurende maar heftige breuk in deze opwaartse trend liet zien. De haven van Rotterdam rapporteerde een daling van 6,9% van de overslag in 2020. De haven van Amsterdam rapporteerde zelfs een 14% lagere overslag in 2020 als gevolg van corona en de energietransitie. Als belangrijke herkomst en bestemming van goederen zijn de Rotterdamse en Amsterdamse haven van groot belang voor (een deel van) de binnenhavens in Nederland. Maar naast de connectie met Rotterdam en Amsterdam zijn er ook andere mogelijke manieren waarop COVID-19 impact gehad kan hebben op de Nederlandse binnenhavens. Is er naast het effect op de overslag ook een effect op andere economische indicatoren zoals werkgelegenheid en toegevoegde waarde van de binnenhavens zelf?
Dat heeft het Erasmus Centre for Urban, Port and Transport Economics (Erasmus UPT) in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en in nauwe samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) onderzocht in de Binnenhavenmonitor 2021. Het CBS is betrokken als onafhankelijke dataleverancier van de directe werkgelegenheid en toegevoegde waarde. De voorgaande versie van de Binnenhavenmonitor is opgeleverd over het jaar 2018; hoe hebben de Nederlandse binnenhavens zich sindsdien ontwikkeld?
Binnenhavenmonitor 2021: economische prestaties licht afgenomen
De Binnenhavenmonitor 2021 geeft inzicht in de toegevoegde waarde en werkgelegenheid van de binnenhavens in Nederland voor het jaar 2020. Deze monitor voor 2020 laat zien dat de directe toegevoegde waarde van de binnenhavens in Nederland een omvang heeft van 7,3 miljard euro. Als daar de indirecte toegevoegde waarde bij betrokken wordt is sprake van een totale toegevoegde waarde van 12,1 miljard euro. De directe werkgelegenheid in de Nederlandse binnenhavens is berekend op 63,3 duizend werkzame personen in 2020. Ten opzichte van 2018 is de werkgelegenheid licht afgenomen. De directe toegevoegde waarde is in deze periode met ongeveer 381 miljoen euro afgenomen tot 7,3 miljard euro; de totale directe + indirecte toegevoegde waarde is wat sterker afgenomen van 12,8 miljard euro naar 12,1 miljard euro. Er kan dan ook geconcludeerd worden dat de directe economische waarde van de Nederlandse binnenhavens als geheel licht is afgenomen in 2020.
De Binnenhavenmonitor 2021 is nu beschikbaar
Het volledige rapport Binnenhavenmonitor 2021, dat inzicht geeft in de toegevoegde waarde en werkgelegenheid van de binnenhavens in Nederland voor het jaar 2020, is nu hier te downloaden.
Ontwikkelingen en aandachtspunten methodiek
In 2020 is een aantal ontwikkelingen en aandachtspunten te zien. De uitsplitsing over de tien typen binnenhavens en de zeehavens maakt het mogelijk om verschillende typen binnenhavens te vergelijken en de bijdrage aan het totaal te onderscheiden. De grootste bijdrage wordt geleverd door de industriehavens, gevolgd door de binnenvaart in zeehavens en de zand- en grindhavens. De industriehavens hebben een werkgelegenheid van ruim 11 duizend mensen die gezamenlijk een directe toegevoegde waarde realiseren van 1,3 miljard euro. De binnenvaart in zeehavens draagt ongeveer 15% bij aan de totale toegevoegde waarde. De zand- en grindhavens hebben een werkgelegenheid van ongeveer 7,4 duizend mensen die gezamenlijk een directe toegevoegde waarde realiseren van 944 miljoen euro.
De Binnenhavenmonitor 2021 is in samenwerking met CBS opgesteld, waarbij gebruik is gemaakt van diverse bronbestanden van het CBS. Het tweede aandachtspunt is dat de typologische afbakening van de binnenhavens in Nederland en de bepaling van welke binnenhaven in welke type categorie valt door de betrokken onderzoekers, het ministerie van IenW en de NVB nog eens kritisch tegen het licht gehouden is. Deze indeling kan over tijd aan verandering onderhevig zijn en blijft daarom ook een belangrijk aandachtspunt richting de volgende monitor.
We willen alle leden die betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van het onderzoek hartelijk danken voor de medewerking!
Meer weten?
Voor meer informatie over de Binnenhavenmonitor 2021 kunt u contact opnemen met Martijn Streng van Erasmus UPT via streng@ese.eur.nl