NVB - Ledennetwerk

De NVB-leden vormen een netwerk van havens, havenbedrijven, gemeenten, regio's, provincies, ontwikkelingsmaatschappijen en geassocieerde organisaties. Meer informatie

Is het Nederlandse vaarwegennet klaar voor de toekomst?

Recent publiceerde de rijksoverheid de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA). Deze analyse is multimodaal, zowel weg, als vaarwegen, spoor en OV zijn onderzocht. De NMCA richt zich op knelpunten waarbij de huidige functionaliteit onvoldoende is om toekomstige goederenstromen op een betrouwbare manier te faciliteren. Kort samengevat staat de bereikbaarheid van Nederland zwaar onder druk en zijn forse investeringen in de infrastructuur nodig.


Deelrapportage NMCA over Vaarwegen
Eén van de deelonderzoeken is van belang voor de binnenvaart en daarmee ook voor binnenhavens: de NMCA Vaarwegen. In deze analyse is in kaart gebracht welke capaciteitsknelpunten in de vaarweginfrastructuur nog verwacht worden na realisatie van projecten uit het huidige MIRT.


Analyse bruggen
In de NMCA Vaarwegen staan vele bruggen die na uitvoering van de huidige MIRT-projecten na 2028 nog steeds een knelpunt zijn. Opwaardering is pas bij vervanging aan de orde. In deze NMCA  is uitgegaan van de streefhoogten van bruggen zoals omschreven in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR).  Hierin staat een streefbeeld dat hoofdvaarwegen die de belangrijkste zeehavens met het achterland verbinden ten minste geschikt zijn voor klasse VIb-schepen en 4-laags containervaart, de doorgaande nationale hoofdvaarwegen ten minste voor klasse Va-schepen en 4-laags containervaart en de overige hoofdvaarwegen ten minste geschikt zijn voor klasse IV en 3-laags containervaart.  Voor vaste bruggen geldt de CEMT norm voor doorvaarthoogte van 7,00 m voor 3-laags containervaart en 9,10 m voor 4-laags containervaart.
 

Achterhaalde streefhoogtes bruggen!
Door het sterk toegenomen gebruik van 30 cm hogere high cube containers zijn de streefwaarden genoemd in de SVIR niet meer toereikend. Naar aanleiding van deze ontwikkeling is deze Maatschappelijke Kosten Baten Analyse uitgevoerd en is onderzocht op welke trajecten verhoging van de bruggen in Nederland wel of niet wenselijk en haalbaar is. In haar kamerbrief noemt de minister van Infrastructuur en Milieu de uitgangspunten van het onderzoek en de conclusies.  Deze globale analyse geeft aan dat het voor de vaarwegcorridors Westerschelde - Rijn, Amsterdam - Rotterdam, Amsterdam – Noord Nederland en de Maasroute mogelijk kansrijk kan zijn kunstwerken op termijn te verhogen boven de huidige SVIR-streefwaarden. De analyse is echter nog te globaal om daar, gezien de onzekerheden, nu al definitieve uitspraken over te doen, aldus de minister. De NVB is van mening dat de streefhoogtes aangepast dienen te worden, in elk geval op de belangrijkste vervoerscorridors.


Capaciteitsknelpunten sluizen
Op basis van de bestaande indicatorwachttijd bij sluizen van gemiddeld maximaal 30 minuten, worden er bij de volgende sluizen in de toekomst capaciteitsknelpunten verwacht: op de Corridor Westerschelde- Rijn: Kreekraksluizen, de Corridor Amsterdam - Noord Nederland: Oranjesluizen, Houtribsluizen, Gaarkeukensluis, Oostersluis en de Corridor Maasroute: Sluis St. Andries. Sluizen waarvoor in het MIRT reeds een capaciteitsuitbreiding gepland is zijn niet opnieuw doorberekend. Dit zijn Sluis Eefde, de Prinses Beatrixsluizen, Sluis Terneuzen, Sluis IJmuiden en de Volkeraksluizen.
 

In prognoses is er altijd sprake van onzekerheden. Wat zal bijvoorbeeld de energietransitie voor de binnenvaart betekenen?  Daarom is gewerkt met verschillende scenario’s. Aanvullend zijn een aantal gevoeligheidsanalyses doorgerekend. In deze onzekerheidsverkenningen zijn varianten onderzocht zonder CO2-heffing binnenvaart, met minder vervoer van brandstoffen (sterkere transitie naar lokale energieopwekking uit bronnen als zon en wind), met méér vervoer van energiedragers, met een grotere rol voor vaste minerale brandstoffen en minder aardolie(producten), zonder modal shift doelstelling Maasvlakte, met hogere CO2-prijzen en met lagere dieselprijzen.


Ligplaatsen en overnachtingshavens
In de Richtlijnen Vaarwegen 2011 staat dat het streven is dat op de vaarweg er elke 2 uur varen of om de 30 km een gelegenheid voor de schipper is om te rusten en/of te overnachten. Voor kegelligplaatsen wordt gestreefd naar voldoende kegelligplaatsen elke 60 km.

Gelet op het feit dat het Rijk eigenaar en beheerder is van het merendeel van alle hoofdvaarwegen en hoofdtransportassen in Nederland, is de conclusie gerechtvaardigd dat het Rijk ook verantwoordelijk is voor het (doen) aanleggen, beheren en onderhouden van voldoende ligplaatsen langs deze vaarwegen. De knelpunten ten aanzien van (kegel)ligplaatsen en overnachtingshavens, zijn per corridor beschreven, waarbij er vanuit  is gegaan dat alle MIRT-projecten in 2028 zijn uitgevoerd. Er zijn tekorten geconstateerd op de volgende corridors Vaarweg Amsterdam – Lemmer, tussen Rotterdam en Duisland en tussen Rotterdam en Maastricht.

Het Binnenvaart Ligplaats Informatie Systeem (BLIS) is een informatievoorziening voor binnenvaartschippers. De schipper kan in enkele havens met BLIS  op de website de actuele bezetting zien van de openbare binnenvaart ligplaatsen. Op dit moment wordt bekeken of het BLIS functioneel zo vorm kan worden gegeven in de regio, dat het ook kan worden uitgerold en toegepast voor Rijksligplaatsen. Daarnaast zijn overige provincies en vaarwegbeheerders aan het kijken waar en hoe BLIS toepasbaar is in de regio.


Bodemerosie en robuustheid vaarwegennetwerk
Er ontstaan scheepvaartknelpunten door de voortschrijdende bodemerosie en aanzanding.  Er ontstaan voor de binnenvaart knelpunten, als beperkte aflaaddiepte door ondieptes en baggerhinder, op de Boven-Rijn, de Waal, het Pannerdensch Kanaal, de Nederrijn en de IJssel. Ook neemt de gronddekking van kabels en leidingen af. Door klimaatverandering kan de problematiek verergeren. De robuustheid van het vaarwegennetwerk is dan ook een aandachtspunt voor de toekomst.


Oproep aan nieuwe kabinet om kansen vervoer over water op te pakken.
De NVB heeft, samen met partners in het Centraal Overleg Vaarwegen, het kabinet opgeroepen om de kansen voor meer vervoer over water op te pakken. Dit kan door betere achterlandverbindingen, meer geld voor onderhoud, aandacht voor capaciteitsvergroting van sluizen en bruggen. Dan is het Nederlandse vaarwegennet klaar voor de toekomst!

 

 

Go to top