EFIP en ESPO sturen verklaring over laagwaterstanden

De binnenvaart is voor de Europese binnen- en zeehavens van vitaal belang om de verbinding tussen de zee en het achterland te verzekeren en de duurzaamheid van de multimodale bevoorradingsketen te verbeteren. De afgelopen zomers, en met name deze zomer, hebben de lage waterstanden in de meeste Europese binnenwateren tot ernstige operationele problemen geleid, met als gevolg verminderde capaciteit, sterke prijsstijgingen en soms zelfs de onmogelijkheid om de binnenwateren te gebruiken. Dit heeft geleid tot ernstige congestieproblemen in zowel binnen- als zeehavens. EFIP en ESPO roepen op tot een gezamenlijke aanpak van dit probleem.

Veel Europese zeehavens die verbonden zijn met de binnenwateren vertrouwen op de binnenvaart om een efficiënte en duurzame verbinding met het achterland te garanderen en om de congestie op de wegen rond de haven te bestrijden. Tegelijkertijd bieden binnenhavens duurzame logistieke oplossingen door binnenvaart, spoor en weg met elkaar te verbinden. De binnenvaart speelt bovendien een belangrijke rol bij het verbinden van zeehavens met de binnenhavens in het achterland. In 2021 passeerde meer dan 450 miljoen en 383 miljoen ton via respectievelijk de Europese zeehavens en binnenhavens [1].

De afgelopen maanden konden binnenschepen als gevolg van extreme diepgang en lage waterstanden slechts 20% van hun capaciteit vervoeren. Sommige stukken van het binnenvaartnetwerk zijn zelfs onbevaarbaar geworden. De verminderde capaciteit leidt tot stijgende vervoerskosten en meer congestie in zowel zee- als binnenhavens en uiteindelijk tot een omgekeerde modal shift waarbij goederen van de binnenvaart naar het wegvervoer verschuiven.

De afgelopen tien jaar is het effect van de klimaatverandering onmiskenbaar duidelijk geworden, aangezien droogteperioden hebben geleid tot langdurige, zeer lage waterstanden. Met name 2018, 2019 en 2022 werden gekenmerkt door aanhoudende droogte. Dit leidde tot verlies van bedrijvigheid en langdurig banenverlies[2], waarbij de instrumenten van de sector tot het uiterste werden opgerekt, de transportkosten stegen en de congestie toenam. Uit klimaatmodellen blijkt dat dit soort droogtes vaker en heviger zullen voorkomen [3].

De Europese havens roepen de EU, nationale beleidsmakers en alle relevante belanghebbenden op om te werken aan een duurzaam beleid om zowel de betrouwbaarheid als de veerkracht van het binnenvaartnetwerk te vergroten.

Het beleid moet op drie pijlers rusten:

1.     Robuuste binnenvaartinfrastructuur

De belangrijkste stap om te anticiperen op perioden van droogte is ervoor te zorgen dat de bestaande waterwegen van voldoende kwaliteit zijn om de gevolgen van droogte te verzachten. Dit omvat waterbeheer door het gebruik van sluizen en dammen en hydrologische engineering om knelpunten aan te pakken. Voorts kunnen goed uitgebaggerde en onderhouden waterwegen helpen om de scheepvaart het hele jaar door op peil te houden en de gevolgen van laagwaterperiodes te beperken. 

De herziening van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T) introduceert de goede navigatiestatus (GNS). De GNS maakt het mogelijk de kwaliteit en de prestaties van het netwerk te verbeteren in plaats van alleen de capaciteit te vergroten. De toepassing van het concept "vaargeuldiepte" houdt rekening met de verscheidenheid aan schepen in de sector, terwijl de "referentiewaterstanden" rekening houden met de hydromorfologische kwaliteiten van elk binnenwatertraject. Tegelijkertijd biedt het GNS de lidstaten de mogelijkheid om verder te gaan dan de vereisten, bijvoorbeeld met extra maatregelen ter bestrijding van droogte. Daartoe behoren gericht waterbeheer en hydrologische engineering. Al deze instrumenten zullen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de waterwegen veerkrachtiger worden.

Terwijl de besprekingen over het TEN-T voorstel worden voortgezet, roepen de Europese havens de lidstaten en het Europees Parlement op om het huidige GNS-voorstel te handhaven en verdere maatregelen mogelijk te maken om de binnenwateren te versterken tegen lage waterstanden.
 

2.     Grensoverschrijdende samenwerking en planning

De Europese waterwegen zijn overwegend grensoverschrijdend en gericht op langeafstandslogistiek. Als zodanig zijn het beheer en het onderhoud ervan de verantwoordelijkheid van alle landen langs hun respectieve waterwegen.

Om de gevolgen van perioden van droogte te bestrijden, moeten de uitbreiding en het onderhoud van de waterwegen op grensoverschrijdend niveau worden gecoördineerd. Waterwegen zijn continue watersystemen waarbij één knelpunt over de gehele waterweg voelbaar is. Als de ene lidstaat voor een hoog kwaliteitsniveau zorgt en zijn buurland niet, treft een droogte hen toch in gelijke mate.

Aangezien er meer samenwerking nodig is om de frequentere droogteperiodes aan te pakken, roepen de havens de lidstaten, de Europese Commissie en de betrokken riviercommissies op om gezamenlijk plannen te presenteren om de terugkerende periodes met lage waterstanden aan te pakken. Deze plannen moeten infrastructurele maatregelen omvatten om de veerkracht van waterwegen en havens te versterken, innovatieve proefprojecten met vaargeulen, logistieke voorzorgsmaatregelen en stimulansen voor de optimalisering van ondiep water voor binnenschepen.
 

3.     Planning van de veerkracht op lange termijn/samenwerking met andere vervoerswijzen

Tijdens extreme weersomstandigheden kan veilige en betrouwbare scheepvaart onmogelijk blijken. In die periodes zijn noodoplossingen om ervoor te zorgen dat de vracht snel en efficiënt wordt vervoerd via andere duurzame vervoerswijzen - in de eerste plaats het spoor - van cruciaal belang.

Dit vereist een snelle overslag van de binnenvaart naar het spoor, inclusief de planning van de vervangende reis. Om robuuste noodoplossingen te kunnen bieden, moeten de spoorverbindingen naar de haven op het hele netwerk toekomstbestendig zijn om de extra capaciteitsbehoeften te kunnen opvangen. Dit betekent ook dat systemen voor vroegtijdige waarschuwing die weersomstandigheden en waterstanden tijdig voorspellen, zodat de logistieke ketens kunnen worden aangepast, waardoor slimme logistieke systemen (zoals het RPIS) deze vrachtverschuivingen kunnen ondersteunen en inzicht kunnen geven in de logistieke keten. Het zorgen voor bi-modale noodoplossingen en de harmonieuze ontwikkeling van de bevoorradingsketens van het spoor en de binnenvaart heeft als toegevoegde waarde dat duurzame back-upplannen tussen de binnenvaart en het spoor worden opgesteld. Zoals bij de instorting van de Rastatttunnel in 2017 is gebleken, zijn noodplannen tussen binnenvaart en spoor de enige manier om een blijvende, veerkrachtige modal shift te waarborgen.

De havens roepen de lidstaten op om samen met de Commissie en de beheerders van de spoor- en waterweginfrastructuur rampenplannen op te stellen waardoor het spoor en de binnenvaart elkaar in tijden van crisis kunnen ondersteunen. 


[1] www.ccnr.eu/files/documents/om/om21_II_en.pdf

[2] www.eur.nl/upt/nieuws/rapportage-economische-impact-laagwater

[3] joint-research-centre.ec.europa.eu/jrc-news/european-droughts-2018-warning-things-come-2019-06-17_en